In Nederland hebben wij een duale financiering: ongeveer tweederde van de inkomsten is afkomstig uit belastinggelden en eenderde uit reclamegelden. Met een duale financiering zijn wij niet overgeleverd aan de kwetsbaarheid, die een eenzijdige financiering met zich meebrengt. Daarbij kunnen we met deze gelden een breed, en pluriform aanbod programmeren, waarbij ook aandacht aan kleinere doelgroepen wordt besteed.
Verder zijn wij door middel van deze financiering in staat voor relatief weinig geld een kwalitatief hoog programma-aanbod te verspreiden. Wij willen dat de diensten van de publieke omroep voor iedereen betaalbaar blijven.
Volgens de Mediawet mag de Stichting Etherreclame (Ster) reclame uitzenden, maar niet zo veel als commerciële omroepen. Daarnaast mogen de programma’s niet onderbroken worden.
De commerciële omroepen mogen 15% van hun zendtijd gebruiken voor reclame. Voor Ster is dat 10%. Omdat Ster geen programma’s onderbreekt, komt het in de praktijk neer op ongeveer 7,5%.
Commerciële omroepen maken in de programma’s nog gebruik van non-spot advertising, zoals product placement en sponsormogelijkheden. Voor ons is dat mediawettelijk niet toegestaan, met uitzondering van een paar programma’s, zoals cultuur en sport.
De reclames op onze tv-zenders, radiozenders en voor onze online uitzendingen worden verzorgd door de Stichting Etherreclame (Ster). Voor vragen over de reclames of over (de geschiktheid van) een bepaalde reclameboodschap kun je contact opnemen met Ster via ster.nl.
Als je een klacht hebt over de inhoud van een bepaalde commercial, dan kun je terecht bij de Stichting Reclame Code via Reclamecode.nl
Als je het antwoord op je vraag niet kunt vinden op deze pagina of als je extra informatie wilt, dan kun je altijd contact met ons opnemen.
Twitter: @Publiekeomroep
Facebook: https://www.facebook.com/NPO
Mail: door onderstaand contactformulier in te vullen en te versturen
Telefoonnummer: 035-6775755
Telefonisch zijn wij bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 18.00 uur.
In 2011 werd vanuit RTL het idee tot samenwerken op het gebied van video on demand (VOD) geopperd. NPO en later ook SBS besloten hier over mee te denken, omdat ook zij graag een sectorbreed initiatief wilden ondersteunen. Zo ontstond NLziet, waarbinnen NPO Plus de omgeving werd waarin onze programma's te zien zijn. Naast onze programma's kun je, met een abonnement van €7,95 euro per maand op NLZiet, ook de programma's van SBS en RTL terugkijken. Een abonnement op NLZiet sluit je af via nlziet.nl.
Ook is het ook mogelijk om via npostart.nl alleen een abonnement op NPO Plus af te sluiten, voor €2,95 euro per maand. Het is met een abonnement op NPO Plus niet mogelijk om in te loggen op nlziet.nl. Hetzelfde geldt wanneer je een abonnement hebt op NLZiet. Je kunt met dit abonnement niet inloggen op npostart.nl. Een abonnement op NLZiet sluit je af via nlziet.nl. Hier vind je ook meer informatie over de abonnementsprijs en andere voorwaarden.
Op dit moment zijn er negen omroepen: AVROTROS, BNN-VARA, HUMAN, KRO-NCRV, Omroep MAX, EO, WNL, PowNed en VPRO.
Naast omroepen zijn er taakomroepen. Zij hebben een, in de Mediawet benoemde, taakopdracht. Zo zorgt de NOS voor brede, onafhankelijke nieuwsvoorziening. De NTR maakt programma's over kunst en cultuur, minderheden, jeugd, educatie en achtergrondjournalistiek.
Er zijn een aantal voorwaarden waar een nieuwe omroepvereniging aan moet voldoen.
- Minimaal 50.000 leden, van 16 jaar en ouder en in Nederland wonend. Alle leden moeten de kosten van het lidmaatschap, van minimaal € 5,72 hebben betaald.
- Een maatschappelijke, culturele, godsdienstige of geestelijke stroming vertegenwoordigen en de programma's hier op richten.
- Toegevoegde waarde voor het bestaande omroepenbestel, op basis van de inhoud van haar programmering.
Wanneer een nieuwe omroep denkt aan deze voorwaarden te voldoen, kan binnen de wettelijke aanmeldingsperiode (deze vindt eens in de vijf jaar plaats) een verzoek tot voorlopige erkenning worden ingediend bij het Commissariaat voor de Media. Het Commissariaat stuurt de aanvraag vervolgens door aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die uiteindelijk beslist over de toelating.